Naar een groengevel in 6 stappen
De oppervlakte van onze percelen wordt almaar krapper. Veel ruimte voor groen is er dus niet meer. Tenzij je in de hoogte durft denken. Een gevelbegroeiing biedt vaak fraaie oplossingen.
Criticasters laten zich al eens negatief uit over gevelbegroening. Ze maakt de muren vochtig, trekt insecten aan … Maar goed aangepakt gevelgroen biedt heel wat voordelen. De beplanting verstopt een lelijke muur, biedt extra thermische isolatie dankzij het bladerdek en wanneer je een bloemdragende klimplant kiest – zoals bijvoorbeeld kamperfoelie – kan ze ook voor een aangenaam aroma zorgen.
Wie een gevelbegroening wil plaatsen, moet er rekening mee houden dat het meer is dan snel-snel een klimplant in de grond duwen en tegen de gevel laten groeien. Een geslaagde groengevel vraagt een correcte plantenkeuze en indien nodig een juiste klimhulp.
3 types
De plantenkeuze wordt beïnvloedt door de manier waarop de planten de gevel gebruiken om hun steun te zoeken. Dit kan op een indirecte manier – met klimhulp – of een directe manier. Daarnaast is er ook nog de hangende façadebegroeiing.
De directe gevelbegroeiing wordt gevormd door zelfhechtende soorten. Met behulp van hechtorganen klimmen ze tegen de gevel op. Klimop en Wilde wingerd zijn hier mooie voorbeelden van.
De soorten die onder de indirecte begroeiing vallen – zoals slingerplanten, steunklimmers en rankvormende soorten – hebben klimhulp nodig om hun weg naar boven te vinden. Vandaar ook de naam afstandsbegroeiing, aangezien de klimhulp zich op enkele centimeters van de gevel bevindt.
Wanneer er geen mogelijkheid is om de planten op de grond te plaatsen, kunnen ze eventueel in bakken op het dak worden geplaatst. Deze hangende façadebegroeiing hangt dan over de gevel heen.
Kies doordacht
Om de juiste plant voor de juiste situatie te kiezen, moet je een antwoord formuleren met betrekking tot enkele criteria. Onderstaande checklist helpt je hierin op weg.
Afstemmen van de plant op het gebouw
- Groeihoogte: Kies een plant die niet hoger groeit dan het dak – of een andere gewenste hoogte.
- Groeisterkte: Is afhankelijk van hoe snel je de gevel dicht wil hebben
- Groeivorm: Bepaalt de dichtheid van de begroeiing.
- Manier van klimmen: Is een klimhulp nodig of niet?
- Licht- en warmte-eisen van de plant: De plantplaats is hier bepalend.
Onderhoud
- Schaderisico: Bestaat het risico dat planten dakpannen omhoog duwen…
- Onderhoudsmogelijkheid: Kan je de gevel, de goten of afvoeren nog bereiken voor het nodige onderhoud?
- Bladval: Is de plant groenblijvend of niet?
Plantenkenmerken
- Winterhardheid: Is de plant vorstbestendig of moet je ze beschermen tijdens de wintermaanden
- Groenblijvend: ja of nee?
- Geur of bloemdragend: Bloemen kunnen een aangename geur verspreiden
Klimhulp
Deze geleiders zijn in verschillende materialen beschikbaar: hout, kunststof en metaal. Je kunt ze kant-en-klaar kopen in de tuinspeciaalzaken of zelf in elkaar steken. De meest gebruikte klimhulpen zijn nog altijd de houten varianten. Ze zijn niet duur en gemakkelijk te plaatsen. Nadeel is dat hout een natuurlijk materiaal is en na verloop van tijd afbreekt.
Materialen zoals inox, metaal, ijzer of koolstof zijn wat dat betreft duurzamer, maar ook duurder.
PRAKTISCH
Stap 1: Keuze van de plantplaats
Heb je een voorkeur voor een bepaalde plant, stem de plantplaats dan af op de wensen van de plant. Besteed ook zorg aan het bodemtype.
Stap 2: Planttijdstip
Planten doe je best tijdens de rustperiode van de plant, ergens tussen november en april. Kies daarbij een moment dat het niet vriest. Gebruik je een niet echt winterharde plant, wacht dan best tot het begin van de lente met planten. Zo kan de plant zich al ontwikkelen voor ze haar eerste winter ingaat.
Stap 3: Voorbereidende werken
Verwijder alle onkruid op de plantplaats(en). Meng de aarde met met teelaarde of meststoffen om de kwaliteit te verbeteren.
Stap 4: Het plantage
Maak het plantgat dubbel zo groot als de wortelbasis van de plant. Zo krijgen de wortels voldoende ruimte om zich te ontwikkelen. Voor meerjarige planten is een diepte van 30 à 60 cm nodig, éénjarige planten doen het met minder.
Houd de plantafstand tot de muur ook voldoende groot om de nodige wortelruimte te creëren. 30 cm is een goede maatstaf.
Stap 5: Het planten
Dompel de plant – met pot – enkele minuten onder in water om de kluit voldoende vochtig te maken. Let er bij het planten op dat de kluit 5 à 10 cm onder het maaiveld zit.
Stap 6: Nazorg
Heb je in een droge periode geplant, geef de klimplant de eerste dagen dan voldoende water. ?Maak je gebruik van een klimhulp, help de plant dan – indien nodig - in de eerste weken op weg naar de klimhulp.
Gerelateerde artikels
Dankzij onze unieke aanpak en sterke zelf ontwikkelde technologie staat Oximo garant voor een snelle en transparante verkoop. Benieuwd wat er allemaal komt kijken bij de verkoop van je huis? Wij adviseren je graag.