Zonnepanelenbezitters betalen vanaf nu netvergoeding

De tarieven om vastgoed te schenken worden drastisch vereenvoudigd en verlaagd. Voortaan bestaan er maar twee soorten schenkingen: in rechte lijn of onder partners en aan ‘anderen’. Nu worden die ‘anderen’ nog ingedeeld in drie categorieën.

De tarieven blijven progressief, maar de schijven worden flink opgetrokken. En ook aan de tarieven zelf wordt gesleuteld. Dat alles maakt vastgoed schenken aanzienlijk goedkoper. Het voordeel is het grootst als u schenkt aan iemand met wie u een dunne of zelfs geen bloedband heeft. Verder is er nog een extra korting voorzien voor wie het goed nadien energiezuinig renoveert of verhuurt.

Op het moment van de schenking betaalt u het normale tarief. De korting moet u achteraf aanvragen. Heeft u de korting onterecht gekregen, dan moet u die terugbetalen, samen met een boete van 20 procent. Een overzicht van de nieuwe schenktarieven en een tool om de schenkbelasting in uw concrete geval zelf te berekenen, vindt u hier.

Prosumententarief voor zonnepanelen
Hebt u zonnepanelen op uw dak of een andere kleine productie-installatie (maximaal vermogen 10 kVA), dan bent u een ‘prosument’ van elektriciteit, een producerende consument. En dan betaalt u vanaf 1 juli ook het prosumententarief. Het gaat om een netvergoeding, waarmee zonnepanelenbezitters (in de praktijk de ruime meerderheid van de prosumenten) meebetalen voor het gebruik van het stroomnet.

Dat prosumententarief, dat wordt aangerekend volgens het vermogen van de omvormer, geldt voor alle eigenaars van zonnepanelen met een terugdraaiende teller. De distributienetbeheerders hebben elk hun eigen tarief (zie tabel), parallel aan de netvergoeding verrekend in het verbruik, op basis van hun reële kosten. Dat staat los van de groenestroomcertificaten die oudere installaties nog krijgen: dat systeem loopt door, maar sluit de betaling van het prosumententarief niet uit.

Aangezien dit jaar al half om is, betaalt u nu de helft van het prosumententarief, vanaf volgend jaar betaalt u het volledige bedrag. Wie later een installatie installeert, zal in het eerste jaar pro rata betalen.

Lagere vergoeding beroepsgebruik privéwagen
Werknemers die hun eigen wagen, motor- of bromfiets gebruiken om verplaatsingen in opdracht van hun werkgever te doen, krijgen daar vanaf 1 juli een lagere vergoeding voor. De forfaitaire kilometervergoeding daalt van 0,3486 euro naar 0,3412 euro per kilometer. Dat is een gevolg van de jaarlijkse indexatie, die berekend wordt op basis van de evolutie van het afgevlakte gezondheidsindexcijfer en de maximumprijzen voor benzine en diesel. Vooral de daling van de benzine- en dieselprijzen leidt tot een lagere vergoeding.

De kilometervergoeding volgt die van de federale ambtenaren voor dienstverplaatsingen met hun eigen voertuig. Omdat het gaat om een terugbetaling van de eigen kosten van de werkgever, is de kilometervergoeding vrij van RSZ-bijdragen en een bedrijfsvoorheffing.

Verkeersbelasting gaat de hoogte in
Door de indexering stijgen de tarieven van de jaarlijkse verkeersbelasting en de belasting op inverkeerstelling (BIV) met zo’n 0,5 procent. Zo verhoogt de jaarlijkse verkeersbelasting voor een auto met 10 fiscale pk van 310,33 naar 312,05 euro. De belasting op inverkeerstelling (BIV) moet worden betaald bij de inschrijving van een nieuwe of een tweedehandsauto. De belasting bedraagt minimaal 42 en maximaal 10.498 euro. Vlaamse minister van Financiën Annemie Turtelboom (Open VLD) kondigde deze week aan dat ze in september een akkoord wil over een groenere verkeersbelasting.

Meer los werk in de horeca
Werkgevers in de horeca mogen vanaf 1 juli 200 dagen per jaar gelegenheidswerknemers - met een gunstiger tarief voor de sociale lasten - aan het werk zetten. Tot nu mocht dat maar 100 dagen per jaar. Hoeveel extra helpende handen ze op zo’n dag oproepen, maakt niets uit.

De extra’s zelf mogen nog steeds maar 50 dagen onder dit statuut werken. Studenten kunnen wel 50 dagen als gelegenheidswerknemer werken boven op de 50 dagen die ze als student presteren. Maar dan stijgt de kans dat ze te veel verdienen om fiscaal ten laste te zijn van hun ouders.

Bel-me-niet-meer van start
Gedaan met ongewenste telefoontjes van bedrijven die u een commercieel aanbod doen. Op 1 juli start de Bel-me-niet-meer-lijst, waaraan bedrijven zich verplicht moeten houden. De lijst vervangt de Robinson Phone List, die minder ver reikte. Let wel: als u zich inschrijft, sluit u meteen ook alle telefoontjes uit van bedrijven waar u klant bent. Ook zij mogen u niet meer bellen met een nieuw aanbod. Mails of sms’jes sturen mogen ondernemingen sowieso pas na uw toestemming. Meer info hier.

Sterfhuisconstructie niet meer mogelijk
Op uw ziektebed uw huwelijksvermogen belastingvrij toewijzen aan uw echtgenoot of echtgenote is vanaf juli voorgoed verleden tijd. De Vlaamse overheid begraaft de zogenaamde ‘sterfhuisconstructie’. Dat is een vorm van ‘last minute successieplanning’, waarbij echtgenoten via hun huwelijkscontract het volledige gemeenschappelijke huwelijksvermogen toewijzen aan de langstlevende partner. Het spitsvondige er is dat ze die partner bij naam noemen. Daardoor werd de fiscus buitenspel gezet, zelfs als de langstlevende meer dan de helft van dat huwelijksvermogen toegewezen kreeg.

De techniek werd typisch gebruikt wanneer een van beide echtgenoten terminaal ziek is en het dus duidelijk is welke echtgenoot eerst zal overlijden. De techniek was altijd al al een doorn in het oog van de fiscus en daarom werd ze eerder al geboekstaafd als een fiscaal misbruik. De Vlaamse wetgever trekt nu definitief een streep eronder door expliciet in de wet op te nemen dat wie die techniek gebruikt om zijn successie te plannen, toch onderworpen zal zijn aan erfbelasting. ING verhoogt rente termijnrekeningen

ING verhoogt op 1 juli de rente op termijnrekeningen en volksleningen met een looptijd vanaf 5 jaar. Gelijktijdig verlaagt de bank de getrouwheidspremie op zogenaamde getrouwheidsspaarrekeningen. De rente op de termijnrekening met een looptijd van 5 jaar gaat 10 basispunten hoger tot 0,6%. Op een looptijd van 10 jaar komt er evenveel bij, tot 1,2%. Wie opteert voor een looptijd tussen 6 en 9 jaar ziet zijn rentevergoeding met 20 basispunten omhoog gaan. Een termijnrekening op 6 jaar brengt voortaan 0,8% op, deze op 7 jaar 0,9%, deze op 8 jaar 1% en deze op 9 jaar 1,1%.

De bank zet daarentegen het mes in de getrouwheidspremie op het getrouwheidsboekje Oranje Boekje en de internetvariant ING Lion Premium account. Dat zijn rekeningen die een lage basisrente opbrengen maar een hoge(re) getrouwheidspremie. De basispremie blijft 0,05% maar de getrouwheidspremie daalt van 0,5% naar 0,15% op het Oranje Boekje en van 0,65% naar 0,2% op de Lion Premium. ‘Met deze verhoging van de langetermijnrente keren we een beetje terug naar de normale situatie waarbij er een wig is tussen de korte- en de langetermijnrente. Al blijft de rente op een zeer laag niveau’, verklaart ING-woordvoerder Bob De Leersnyder de rente-ingreep.

Bron:
Netto